Smart buildings: voorbij de hype
Wim Boone - Ingenium
Wat betekenen smart buildings vandaag in Europa? Welke groeikansen liggen er in België, en welke hindernissen moeten nog overwonnen worden? Wim Boone, actief binnen ingenieursbureau Ingenium en voorzitter van een Europese werkgroep rond smart buildings, gaf tijdens BuildUp 2025 een overzicht van waar we staan en welke weg er nog te gaan is.

Smart building in context
Volgens Boone bevindt een smart building zich op het kruispunt van energie-efficiëntie en comfort. Aan de ene kant staat de ambitie om gebouwen zo energiezuinig mogelijk te maken - vaak ondersteund door certificeringen zoals BREEAM. Aan de andere kant gaat het om de gebruikerservaring, met certificaten zoals WELL als referentie.
Belangrijk is dat een gebouw niet op zichzelf staat, maar deel uitmaakt van een groter geheel: een site, een campus of een stad. Slimme gebouwen moeten dus ook verbonden worden met warmtenetten, smart electrical grids of lokale energiegemeenschappen.
Hype cycle
Bovenaan de eerste golf van de Gartner hype cycle van 2025 staat smart building: voorbij de initiële verwachtingen, maar nog niet uitgegroeid tot een gestandaardiseerd product. Volgens Boone toont de hype cycle aan dat er nog een weg te gaan is naar maturiteit.

Boone verwijst ook naar edge computing. Momenteel worden data van over heel het land naar een centrale datacenters gestuurd. Daar worden de data verwerkt en weer uitgestuurd naar de gebruiker. Edge computing zal ervoor zorgen dat beslissingen die snel moeten gebeuren, vaker lokaler in kleine datacenters zullen worden genomen, in plaats van in centrale datacenters.
Een derde term die Boone eruit pikt, is die van microgrids: lokale energienetten of energy communities die vraag en aanbod op elkaar afstemmen en energie tussen gebouwen delen. Men weet ondertussen wat een warmtenet kan, maar voor de elektrische netten zit men nog in de experimenteerfase.
"In acht jaar tijd hebben Europese landen een enorme vooruitgang geboekt"

De situatie in België en Europa
Een Britse analyse uit 2017 vergeleek de maturiteit van smart buildings in verschillende landen. Daaruit bleek dat België duidelijk achterliep op koplopers als Zweden, Finland en Denemarken.
Sindsdien is er vooruitgang geboekt. Vooral de versnelling in laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen en de groei van warmtepompen en PV-installaties hebben het landschap veranderd. Hernieuwbare energie is intussen mainstream geworden.
Toch blijven er duidelijke hiaten: dynamische prijzen zijn nog niet breed ingeburgerd, demand response staat in zijn kinderschoenen, en energieopslag in gebouwen blijft een moeilijk punt.
Maar Boone ziet het eerder rooskleurig. "Als je ziet welke vooruitgang Europese landen hebben geboekt in acht jaar tijd op het vlak van elektrische voertuigen en laadinfrastructuur, warmtepompen en hernieuwbare energie, dan baar ik me weinig zorgen", klinkt het.
Uitdagingen: silo's en onbenutte data
Ondanks de vooruitgang blijven er uitdagingen. Volgens Boone wordt er nog te weinig gedaan met de enorme hoeveelheid operationele data die gebouwen genereren. Vaak draaien installaties door, ook wanneer er niemand aanwezig is. AI kan helpen om die data te analyseren en verspilling te voorkomen.
Ook zijn er heel wat discussies rond data, apps en IoT sensoren. Het is namelijk niet altijd duidelijk wie de apps gaat bouwen. Ook wordt de toegevoegde waarde vaak onderschat. De vraag is dus hoe we ervoor kunnen zorgen dat er voor die ene gebruiker die deel uitmaakt van het gebouw, apps worden ontwikkeld waar hij écht iets aan heeft. Zodoende dat hij zich deel voelt van de energie community en zijn steentje bijdraagt in het besparen van energie.
Groeikansen en hindernissen
De Europese Unie legt duidelijke verplichtingen op. Vanaf 31 december 2025 moeten alle gebouwen met een vermogen van meer dan 290 kW beschikken over een gebouwautomatisering en controlesysteem. Ook PV-panelen en laadpunten worden stelselmatig verplicht. Zonder slimme aansturing is het onmogelijk om deze installaties efficiënt te laten samenwerken.
Publieke overheden leggen bovendien via GRO-richtlijnen eisen op rond people, planet en profit, waarin smart buildings expliciet zijn opgenomen. Een belangrijke factor die Boone benadrukte is de CRREM-methodologie (Carbon Risk Real Estate Monitor). Dit Europese instrument toont hoe gebouwen hun waarde kunnen verliezen als ze niet op tijd verduurzamen richting CO2-neutraliteit in 2050. Per type gebouw wordt vastgelegd hoeveel energie en uitstoot er elk jaar moet dalen om op koers te blijven. Gebouwen die dat tempo niet volgen, lopen het risico 'stranded assets' te worden - vastgoed dat economisch minder aantrekkelijk is voor investeerders, financiers of huurders.
Voor eigenaars en beheerders is de boodschap duidelijk: investeren in slimme technieken en verduurzaming is niet alleen goed voor energie-efficiëntie en comfort, maar ook voor het behoud van de financiële waarde van vastgoed.

Keep it simple
Toch waarschuwt Boone voor overdaad. Smart wordt vaak gelijkgesteld met “zoveel mogelijk technologie”, maar dat kan averechts werken. "Wat je niet optimaliseert, kan niet verkeerd gaan", stelde hij. Het gaat erom systemen slim te koppelen en eenvoud te bewaren.
Een ander knelpunt is het gebrek aan gespecialiseerd personeel. Onderhoudsbedrijven komen geregeld situaties tegen waarbij het moeilijk te achterhalen is of een storing te wijten is aan een lamp, een ballast of een IT-component in het netwerk. AI kan hier helpen door sneller de juiste diagnose te stellen. Daarnaast is cyberveiligheid nog een grote uitdaging. "Het is een kopzorg voor veel firma's om de hacker voor te zijn", aldus Boone.
"Pik uit wat je zelf smart vindt en maak daar het beste van"
Stappenplan in zes fases
Om de waarde van een slim gebouw te verbeteren, verwijst Boone naar een zes-stappenplan, opgemaakt door de Europese werkgroep die hij voorzit.
- Meten is weten: start met een energie-audit en analyse van de huidige prestaties.
- IoT: meet licht, temperatuur, CO2 en aanwezigheid om slim te sturen. Plaats bijvoorbeeld sensoren die ervoor zorgen dat de lichten uitgaan als er niemand aanwezig is, wat ook weer het verbruik beperkt.
- Visualiseren en controleren: maak prestaties zichtbaar via een BMS-systeem. Als voorbeeld verwijst Boone naar een applicatie die in staat stelt om door plafonds te kijken. Door de tablet te richten naar het plafond worden leidingen in kaart gebracht, gekoppeld aan het BMS dat vervolgens een diagnose maakt.
- Afspraken over data en benamingen: zorg voor een uniforme datastructuur en afspraken, zodat systemen later gemakkelijk gekoppeld en vervangen kunnen worden. De Smart Building Foundation bundelde hiervoor enkele afspraken als best practices om het koppelen van systemen binnen een gebouw te vergemakkelijken.
- Intelligente automatisering: laat installaties samenwerken op basis van vooraf ingestelde regels, bijvoorbeeld verlichting die gekoppeld is aan aanwezigheid en daglicht.
- Artificiële intelligentie: maak gebruik van artificiële intelligentie en cloud-technologie om patronen te herkennen, voorspellingen te doen en gebouwen zelflerend te maken. Verschillende apps sturen nu al data van gebouwen door naar de cloud, die op zijn beurt automatisch bijleert van de gebouwen uit de buurt.
Een bezoek aan een gebouw in Londen toonde de invloed van dit stappenplan: door het systematisch verzamelen van gegevens en optimalisatie verbruikte de complex 33% minder energie en had 24% minder energieverbruik voor verlichting dan een vergelijkbaar gebouw.

SMART certificaten
Wereldwijd zijn er een resem certificaten voor smart buildings. Naast de Europese Smart Readiness Indicator (SRI) circuleren labels zoals Ready 2 Services (Frankrijk), Smart Building Collective (Noorse landen) en Spire (Polen). Smart Score waait dan weer over vanuit de Verenigde Staten naar Europa.
Wat deze certificaten gemeen hebben? Ze bieden allemaal een antwoord op energie-efficiëntie, dataconnectiviteit en beveiliging, user experience en gebouwbeheer. In België is de vraag naar certificering echter schaars. Slechts een handvol gebouwen in en rond Brussel dragen zo'n label. Of Boone zichzelf een pleitbezorger voor certificering noemt? "Laat je inspireren door wat smart building zou kunnen inhouden door de genoemde voorbeelden. Vind niet het warm water uit, maar pik eruit wat je zelf smart vindt en maak daar het beste van", klinkt het.
Wie is Wim Boone?
ir. Wim Boone is sedert 1993 actief binnen het ingenieursbureau Ingenium.
Hij is Business development manager en Senior Expert smart buildings & datacenters bij Ingenium nv sinds 1993 waar men toen al sprak over intelligente gebouwen. Hij heeft een sterke interesse in het maken van de brug tussen wereld van de gebouwtechnieken en de IT wereld waaronder het toepassen van gebouwenbeheersystemen. Vanuit zijn jarenlange ervaring als projectmanager van grote en complexe projecten, heeft hij een sterke visie ontwikkeld op smart buildings die tot een duurzamere wereld dienen te leiden en die hij samen met het Ingenium team verder uitdraagt.
Hij is sedert 2017 voorzitter van een Europese werkgroep rond smart buildings waarbij diverse landen kennis en ervaring met elkaar delen wat heel inspirerend werkt. Tot slot geeft hij als voorzitter van de stuurgroep Wetenschap&Technologie aan het Post Universitair Centrum KULeuven mee vorm aan diverse opleidingen voor vastgoedkunde professionals