Enkele bedenkingen over groendaken en brandbeveiliging
Groendaken kunnen een groot aantal brandrisico's met zich meebrengen
Instortingen van betonnen platen, meestal met begroeiing, zijn zeldzaam, maar kunnen voorkomen na stortregens of onder invloed van een brand, zoals in het geval vermeld in onze 'Leerzame brand'. Dit artikel gaat over groendaken. Hoewel ze al tientallen jaren bestaan, worden ze steeds populairder, bijvoorbeeld in de binnentuinen van kantoor- en woongebouwen of boven ondergrondse garages. Deze populariteit kan worden verklaard door het potentieel voor architecturale creativiteit, maar ook door de vele voordelen die ze bieden aan eigenaars en bewoners van gebouwen: verbeterde levenskwaliteit, behoud van biodiversiteit, beter waterbeheer, verbeterd thermisch en akoestisch comfort, enz.
Waar zit het gevaar?
Groendaken, platte daken en dakruimten kunnen een groot aantal brandrisico's met zich meebrengen. Een groendak kan bijvoorbeeld een grote, ononderbroken bedekking van vegetatie vormen die vuur kan verspreiden. Daarnaast kunnen deze toepassingen gebruik maken van lagen brandbare materialen binnen de constructie, zoals lagen plastic, membranen, isolatie, beschermende panelen en voorgekweekte planttapijten van synthetische of natuurlijke vezels.
Het bepalen van de brandveilige eigenschappen van een groendak is bijzonder moeilijk, vooral omdat de vegetatie, samengesteld uit verschillende soorten planten, onderhevig is aan seizoensgebonden variaties
Brandveiligheid
Groendaken zijn platte of (licht) hellende daken die bedekt zijn met een of andere vorm van vegetatie. Over het algemeen onderscheidt men drie soorten groendaken (zie kaders).
Welke kleur heeft uw dak?
Groendak: plat dak bedekt met vegetatie en met een aantal lagen, nodig voor de aanleg ervan (draineerlaag, substraat, …)
Geel dak (of energiedak): plat dak dat voorziet in de productie van hernieuwbare energie via zonnepanelen, kleine windturbines, …
Rood dak (of gebruiksdak): plat dak dat gebruikt wordt voor recreatie, sociale activiteiten, parkeergelegenheid, …
Blauw dak: plat dak dat als hoofdfunctie heeft om zoveel mogelijk (minimum 50 l/m²) vrij water te bergen of te bufferen.
Multifunctioneel dak: combinatie van verschillende soorten daken; deze bieden talrijke milieuvoordelen door verschillende functies te integreren in één dakoppervlak.
Bron: Buildwise
Intensief groendak? Extensief groendak?
Extensief groendak: vegetatie met lage groei en oppervlakkige worteling, heeft slechts een dunne laag substraat nodig (3 tot 10 cm), lager gewicht (tussen 80 en 200 kg/m²) – geen speciale dakconstructie nodig, kan zelfs op een gebouw in renovatie worden aangelegd;
Semi-intensief groendak: ruimere keuze aan planten, hogere vegetatie (met uitzondering van struiken en bomen), dikkere laag substraat (10 tot 30 cm), zwaarder gewicht (van 200 tot 500 kg/m²) – vereisen een speciaal ontworpen draagstructuur;
Intensief groendak: vegetatie vergelijkbaar met gewone tuinen, substraat dat een vrij diepgewortelde vegetatie mogelijk maakt (meer dan 30 cm), aanzienlijke gewichtsbelasting (hoger dan 400 kg/m²) – vereist een stevige of speciaal ontworpen draagstructuur, waarvan de noodzakelijke berekeningen uitgevoerd moeten worden door een ingenieur of architect;
Hellend groendak: helling tot 45° - vereist gespecialiseerde systemen of oplossingen om afglijden van het substraat te voorkomen.
Bronnen: RoofTech en Leefmilieu Brussel
Tot op zekere hoogte en in bepaalde configuraties kunnen groendaken bijdragen tot het zomercomfort in gebouwen en als buffer fungeren bij hevige regenval. Ze kunnen echter noch de thermische isolatielaag vervangen, noch overstromingen voorkomen zoals die die we in juli 2021 hebben meegemaakt. Hoewel algemeen wordt beweerd dat een groendak brandvertragend kan werken, kan het bepalen van de brandeigenschappen van een groendak een uitdaging zijn. Dit komt doordat de vegetatie van project tot project sterk kan verschillen.
Indien het groendak moet voldoen aan eisen op het vlak van de brandveiligheid, dient men een onderscheid te maken tussen:
- de brandweerstand van het dakgeheel (structurele eisen met betrekking tot de dakvloer);
- het brandgedrag van de afwerkingsmaterialen.
Men dient ook rekening te houden met het feit dat het dak enkel aan een zijde of aan beide zijden tegelijkertijd aan het vuur kan worden blootgesteld. Het bepalen van de brandveilige eigenschappen van een groendak is een bijzonder moeilijke taak, vooral omdat de vegetatie, samengesteld uit verschillende soorten planten, onderhevig is aan seizoensgebonden variaties. Het groendak kan echter zo worden ontworpen dat het brandrisico minimaal is en toch aan de voorschriften wordt voldaan.
Bijzondere aspecten
Daarom beveelt Buildwise (voorheen WTCB) aan om van bij het ontwerp van het groendak de volgende zaken na te gaan:
- Kan het dak enkel aan een zijde of aan beide zijden tegelijkertijd aan het vuur worden blootgesteld?
- Wat is de tijd gedurende dewelke het draagvermogen van het bouwwerk bij brand gewaarborgd is?
- Waar kunnen er binnen het bouwwerk vuur en rook ontstaan en hoe kunnen deze zich ontwikkelen?
- Hoe kunnen de bewoners het best worden geëvacueerd? (En waar dient men de hiertoe vereiste pictogrammen aan te brengen?)
- Hoe kunnen de interventieploegen een eventuele brand het best en in alle veiligheid bestrijden?
- Wat zijn de efficiëntste plaatsen voor de installatie van rook- of branddetectoren, brandhaspels en blustoestellen, … (eventueel gecombineerd met het aanwezige automatische blussysteem)
In geval van brand op een (intensief) groendak moet ook het risico op brandoverslag naar de lager gelegen gebouwdelen of naar binnen toe tot een minimum gebracht worden (op extensieve groendaken is deze kans kleiner). Het vastleggen van de eisen met betrekking tot de substraatlaag is essentieel om doordringing van de brand via het groendak te voorkomen:
- men moet erop toezien dat de minimumdikte wordt gerespecteerd;
- men moet ervoor zorgen dat het percentage organisch materiaal conform is met de reglementering.
Het is ook mogelijk het brandrisico te beperken door maatregelen zoals 'compartimentering'1. In dat geval worden de groene zones op het dak van elkaar gescheiden door steriele zones van stenen, grind, zand of andere onbrandbare materialen (lavasteen, zeolieten, puimsteen ...).
De vuistregel is een onbrandbare strook van ten minste 80 cm breed (afhankelijk van de hoogte van de vegetatie) om de 40 meter op het dakoppervlak. Deze compartimentering kan worden bereikt door een 3 centimeter dikke laag grind, betontegels of andere onbrandbare bestaande materialen. Langs de randen van het gebouw, rond dakvensters of andere verticale elementen moet deze onbrandbare strook ten minste 50 cm breed zijn.
Wanneer compartimentwanden door het dak heen steken, kan de strook worden vervangen door een verticale scheidingswand van ten minste 40 cm hoog die brandwerend is (E 30) of voldoet aan de BROOF(t1)-klasse. Bovendien leggen de 'Basisnormen' beperkingen op aan de hoogte van de begroeiing (zie kader).
De Basisnormen wijzigen?
De Hoge Raad voor Beveiliging tegen Brand en Ontploffing stelde tijdens een vergadering in 2021 vast dat sommige steden en gemeenten specifieke regels hebben aangenomen die de aanleg van groene daken verplicht stellen, ook voor industriegebouwen.
Bestaande voorschriften van de Basisnormen ter zake hadden echter enkel betrekking op niet-industriële gebouwen. De FOD Binnenlandse Zaken werd dan ook systematisch benaderd met verzoeken voor afwijkingen voor industriegebouwen. De leden van de Raad, die werden gevraagd om na te denken over de mogelijkheid om identieke vereisten toe te passen op alle gebouwtypen, kwamen overeen om ook extensieve groendaken toe te staan op industriegebouwen. Ze stelden dus voor om de relevante punten te wijzigen in de nieuwe versie van de Basisnormen.
Vegetatie en Basisnormen
Bijlage 1 van de Basisnormen geeft de volgende definities:
*1.24. Groendak: dak bedekt met vegetatie en de nodige lagen voor de groei ervan (drainage, substraat, ...).
*1.25. Omliggende vegetatie: elke vegetatie waarvan de horizontale afstand ten opzichte van een referentiepunt maximum 3 m bedraagt.
*1.26. Grens van de omliggende vegetatie: de grens van de omliggende vegetatie ten opzichte van de referentie-as is een fictieve lijn onder een hoek van 45° die de omliggende vegetatie niet mag overschrijden en die vastgelegd wordt door de volgende vergelijking:
hv,max = dv - 0,4 m + he
waarbij
hv,max de maximale hoogte aangeeft van de omliggende vegetatie op het beschouwde punt;
dv de horizontale afstand aangeeft tussen het beschouwde punt van de omliggende vegetatie en de referentie-as;
he de hoogte aangeeft van het element dat een compartimenteringsfunctie heeft en dat op de referentie-as geplaatst is.
Basisnormen 2022
De artikelen 28, 30, 42 en 53 van het koninklijk besluit van 20 mei 2022, tot aanpassing van de Basisnormen, bevatten dus een aanpassing van de voorschriften voor groendaken.
De bepalingen van de punten 8.4.1 tot 8.4.6 van bijlage 5/1 van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 werden verplaatst naar een nieuw punt 5 van bijlage 7 'Gemeenschappelijke bepalingen' van het koninklijk besluit van 7 juli 1994. En in punt 8.1 van bijlage 5/1 en punt 6.6 van bijlage 6 van hetzelfde koninklijk besluit wordt een nieuwe alinea ingevoegd die verwijst naar deze bepalingen.
Het nieuwe punt 5 'Groendaken' van bijlage 7 bepaalt nu de voorwaarden waaraan het ontwerp, de bouw en de inrichting van groendaken moeten voldoen om:
a) het ontstaan, de ontwikkeling en de voortplanting van brand te voorkomen;
b) de veiligheid van de aanwezigen te waarborgen;
c) preventief de interventie van de brandweer te vergemakkelijken.
Nu gelden dezelfde voorschriften inzake groendaken voor niet-industriële en industriegebouwen. Behalve dat in industriegebouwen alleen extensieve groendaken (zie kader) zijn toegestaan: de dikte van de substraatlaag mag niet meer dan 10 cm bedragen.
Dit punt specificeert onder andere de vereisten met betrekking tot:
- de samenstelling en dikte van de substraatlaag;
- de compartimentering van groendaken;
- de scheiding tussen groendaken en aangrenzende gebouwen;
- de aanwezigheid van lichtkoepels, ventilators, rookafvoerbuizen of openingen;
- de vensters, ventilators, rookafvoerbuizen of openingen die ingebouwd zijn in de gevels die uitgeven op groendaken;
- de niet-brandbare strook waar geen vegetatie mag worden aangelegd…
Voorbeeld van de aanleg van een groendak
Voor een meer dan 40 m lang groendak met een extensieve vegetatie (planten met een hoogte tot 10 cm) moeten minstens twee compartimenten worden voorzien die van elkaar gescheiden zijn door een pad van 1 m breed met onbrandbare materialen (‘b’ op onderstaande figuur). Langs de gevelopeningen die uitgeven op het groendak dient men dan weer een onbrandbaar pad van 50 cm breed aan te leggen (‘c’ op onderstaande figuur). Indien er een vulpaneel van 50 cm voorzien werd onder de gevelopening, mag de vegetatie (met een hoogte tot 10 cm) zich tot tegen de gevel uitstrekken en dit, zelfs indien er geen onbrandbaar pad aanwezig is.
Bron: Buildwise (WTCB-Contact 2011/4.7)
In de praktijk moeten volgens deze aanbevelingen ten minste twee compartimenten worden aangelegd op een extensief groendak dat langer is dan 40 m. Ze moeten worden gescheiden door een onbrandbaar pad van 1 m breed. Langs de gevelopeningen moet het onbrandbare pad 50 cm breed zijn. Een alternatief is een 50 cm hoog vulpaneel in de gevelopening. In het laatste geval kan vegetatie die niet hoger is dan 10 cm, tot aan de gevel reiken.
'Rooftop'-activiteiten: een verhoogd risico?
Begroeide en aangelegde daken kunnen ook worden gebruikt, bijvoorbeeld in stedelijke omgevingen, als ruimten voor recreatie of sociale activiteiten. Dergelijke daken, ontworpen of omgevormd tot ruimten die bewoond kunnen worden, kunnen verhoogde terrassen en landschapsarchitectuur omvatten die verborgen, continue en brandbare volumes creëren waar vuur zich zou kunnen verspreiden. De detectie en de beheersing van een dergelijke brand zouden erg moeilijk kunnen zijn gezien de verborgen en ontoegankelijke aard van de ruimte en de veiligheidsoverwegingen van de interventiediensten.
Andere brandrisico’s zouden kunnen voortkomen uit ontspanningsfaciliteiten, zoals 'rooftop' meubilair, bars en restaurants, pergola's en tijdelijke faciliteiten voor speciale evenementen. Een goed voorbereide brandrisicoanalyse zou het mogelijk moeten maken om de risico's van deze activiteiten te beperken en idealiter te voorkomen.
Besluit
Zoals hierboven uitgelegd legt de wetgever specifieke maatregelen op om de brandveiligheid van groendaken te waarborgen: de verspreiding van vuur naar het dakoppervlak voorkomen door het groendak te compartimenteren en door de hoogte van de vegetatie te beperken tot de limiet van de compartimenten. Er moet ook zorgvuldig worden nagedacht over de verhoogde belasting van de grond. Groendaken vereisen ook een rigoureus onderhoud en een oordeelkundige keuze van de vegetatie. Ten slotte moeten ze vakkundig worden geïnstalleerd, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan de verschillende doorvoer- en verbindingspunten.
Onder deze voorwaarden kan optimaal geprofiteerd worden van de geboden voordelen en kunnen ongewenste vegetatiebranden op onze daken worden voorkomen!
1 Komt niet helemaal overeen met de definitie van ‘compartiment’ van de Basisnormen (bijlage 1, 1.6), maar dekt het begrip wel.
Voor meer informatie:
- Verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van 22 mei 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de gebouwen moeten voldoen
- Groendaken / Technische voorlichting TV 229 - WTCB, 2006
- Brandpreventie bij groendaken / Y. Martin - WTCB-Contact 2011/4, p. 7
- Vakinformatie brandgevaar dakbegroeiing / Optigrün.nl, januari 2020
- Een groendak realiseren / Gids Duurzame Gebouwen - Leefmilieu Brussel
- Groendaken: wat is hun reële impact? / E. Noirfalisse, N. Heijmans, F. Dobbels - WTCB-Contact, september-oktober 2022, pp. 10-11
- Het platte dak / Technische voorlichting TV 280 - Buildwise, 2022
- Ontwerp en uitvoering van industriegebouwen in overeenstemming met de brandveiligheidseisen / Technische voorlichting TV 256 - WTCB, 2016 (+ errata 2023)
- Wat moet u weten over groendaken / Online dossier - Rooftech, mei-juni 2023
- Vegetative roof systems, occupied roof areas and decks / FM Global, Property Loss Prevention Data Sheets DS 1-35, Interim Revision October 2024
- Groendaken en opslag van hemelwater / E. Noirfalisse - Buildwise Magazine, januari-februari 2024, pp. 25-27
Met dank aan ANPI, Nationale Vereniging voor Brand- en diefstalbestrijding (info@anpi.be)

