“Wat is het antwoord van de overheid op het personeelstekort?”
harry dewulf van dewulf techniek staat stil bij de evoluerende sector
Dewulf Techniek is slechts zeven lentes jong, maar zaakvoerder Harry Dewulf zit al veel langer in het vak. Samen met zijn familie besloot hij in 2013 de sprong te wagen en een eigen installatiebedrijf te beginnen, iets waar de Bredenaar hoegenaamd geen spijt van heeft. Vandaag spreken we met de installateur in hart en nieren over de evoluerende sector, de energieprijzen en het alom bekende personeelstekort. “We staan op de eerste trede van een lange trap van de energietransitie.”
Van kleine eenmanszaak tot bv
“Ik heb twintig jaar voor een baas gewerkt, waarvan vijftien jaar als leidinggevende”, zegt Harry. “Uiteindelijk werkten er 18 mensen – van de 23 die er in dienst waren – voor mij.”
In 2013 besloot Harry zijn eigen weg in te slaan en zijn zelfstandig installatiebedrijf op te richten. Met mondjesmaat groeide het personeelsbestand van Dewulf Techniek. “Mijn oudste zoon is eerst bij mij komen werken. Na een tijdje is mijn vrouw dan ook aan de slag gegaan om de papierwinkel aan te pakken. Nadat we nog iemand in dienst hadden genomen is dan ook mijn jongste zoon in het bedrijf gekomen. Inmiddels werkt ook mijn schoondochter hier als bediende.”
Bewuste keuze voor familie
Dewulf Techniek groeide zo al snel uit van een kleine eenmanszaak tot de bv van vandaag, met drie monteurs, drie technici, een magazijnier en bediende en zaakvoerders Michèle De Decker en Harry Dewulf. Een echt familiebedrijf, dus. “Dat is in zekere zin wel een bewuste keuze geweest”, zegt Harry. “Ik vind dat dat een bepaalde waarde heeft om met je familie samen te werken, en het is natuurlijk ook heel plezant. Ik heb een echt ‘weireldploegsje’”, lacht Harry.
Een evoluerende sector
Specialisatie is onvermijdelijk
Als ervaren rot in het vak heeft Harry Dewulf heel wat evoluties in de sector meegemaakt. De voornaamste verandering is volgens hem de definitie van het beroep. “Toen ik begon, als 19-jarige, was een loodgieter iemand die bijna alles deed. Hij werkte aan verwarmingsinstallaties, maar deed evengoed dakwerken en andere klusjes. Vandaag is dat ondenkbaar. Je kan het ook gewoon niet allemaal meer doen. Dan is het beter om je te focussen op bepaalde ‘rubrieken’ van de installatiewereld.” Die toenemende specialisatie neemt volgens Harry niet weg dat je vandaag toch nog redelijk multidisciplinair moet zijn. “Vandaag moet je een badkamer gaan installeren, morgen een verwarmingsinstallatie en de dag erna vloerverwarming en een zonneboiler. Uiteindelijk worden al die zaken nog vaak als één pakket bekeken door mensen.”
“Aan startende ondernemers zeg ik altijd: ik weet dat je graag je boormachine in je handen hebt, maar zorg er eerst voor dat je administratie in orde is“
Coronacrisis
“Bovendien heeft de coronacrisis volgens mij ook aangetoond dat je best niet al je eieren in een mand legt. Ik ken bijvoorbeeld een firma die enkel schouwrenovaties doet, maar die door de coronacrisis nergens kon gaan werken. Met veel dingen bezig zijn zorgt soms voor moeilijkheden, maar het is wel een beetje onze redding geweest tijdens de eerste lockdown. Ik kon gemakkelijk iedereen naar verschillende plaatsen sturen om er veilig te werken.”
Multimerk
De toenemende specialisatie manifesteert zich ook bij de installaties zelf. Het is een boutade die veel installateurs bekend in de oren zal klinken, maar die daarom niet minder waarheid bevat: vroeger had je aan één materiaalkoffertje genoeg om aan alle installaties te werken, nu heb je daarmee misschien net voldoende om één toestel te herstellen. “Elk merk heeft tegenwoordig zijn eigen onderdelen en tools”, zegt Harry.
“Dat is het eerste deel van het probleem. Het tweede deel is de elektronica en de instellingen van het toestel. Om een voorbeeld te geven: je komt bij een toestel en moet een parameter instellen die voorbehouden is voor de installateur. Dan moet je al eerst de inlogcode weten van dat toestel. Ik zeg vaak: we lopen niet meer rond met handleidingen, maar met blaadjes met inlogcodes. Dat maakt het soms nodeloos tijdrovend en ingewikkeld, en je bent dan ook niet met het probleem zelf bezig.”
“Als die trend zich aan hetzelfde tempo voortzet, dan wordt het niet meer haalbaar om ‘multimerk’ te werken. Ik doet dat nog een beetje, maar mijn zonen zullen over tien jaar nog maximaal aan twee merken werken. Daar ben ik zeker van.”
Digitalisering
Toch betekent de toegenomen complexiteit van technieken niet dat Harry meewarig staat tegenover digitalisering, wel integendeel. “Ik heb zelfs nog een Commodore 64 gehad, toen er van Windows nog geen sprake was”, lacht Harry. “Ik was ook een van de eerste die controle vanop afstand voor stookplaatsen heeft toegepast. Dat was in 2004, toen er nog lang geen sprake was van apps of smartphones. Dat had toen heel wat voeten in de aarde, tegenwoordig is dat allemaal veel eenvoudiger geworden.”
Klantenbinding
Is de installateur van de toekomst ook IT’er? “Voor een stuk wel”, zegt Harry. “Het is nu eenmaal een realiteit dat steeds meer installaties vanop afstand gestuurd kunnen worden en dat fabrikanten daar ook volop op inzetten, onder meer met apps voor de gebruiker. Ze doen dat natuurlijk ook een stuk als klantenbinding, waar op zich niets mis mee is.”
Energieleveranciers zetten druk op de installateur
“Waar ik meer problemen mee heb, zijn de energieleveranciers die ons werk voor een stuk afpakken. Door de liberalisering van de energiemarkt kunnen ze geen geld meer verdienen aan elektriciteit zelf, dus moeten ze hun heil elders zoeken. Ze verkopen dan bijvoorbeeld onderhoudscontracten, en hebben een aantal firma’s die in onderaanneming voor hen werken. Maar dat zijn vaak dubieuze, al dan niet buitenlandse, firma’s die dan bijvoorbeeld zonnepanelen gaan plaatsen aan een of andere bizarre prijs. En ik heb al veel foto’s gezien en verhalen gehoord van installaties die totaal niet voldoen of die onderdelen bevatten die we hier nog nooit gezien hebben. Als de klant daar tevreden mee is, dan is er op zich geen probleem. Maar als er problemen opduiken, wie gaat die dan oplossen?”
“Als ik zie hoe de kleine detailhandel om de hoek vecht voor zijn bestaan, dan denk ik dat het dezelfde kant opgaat met kleine installateurs. Ze worden door een relatief grote macht, zijnde de energieleveranciers, onder druk gezet met oneerlijke prijzen, en ik weet niet hoe ze daar tegen kunnen concurreren. Dat wordt nog een moeilijke strijd.”
Administratiesoftware
Digitalisering in de sector bevindt zich niet alleen bij de installaties zelf, ook de bedrijfsvoering is tegenwoordig erg afhankelijk van een degelijk softwarepakket. “Ik heb heel wat lessen geleerd bij mijn vorige werkgever, toen we op een zeker moment met een digitaal administratiesysteem begonnen te werken”, zegt Harry. “Dat was toen heel duur, het had veel te veel opties en werkte niet altijd. Dat is natuurlijk zeer storend. Maar daardoor wist ik wel zeer goed wat ik wel en niet nodig had toen ik aan mijn eigen zaak begon. We hebben toen gekozen voor Bouwsoft, en dat werkt tot op vandaag zeer goed. Dat komt natuurlijk ook doordat softwarebedrijven wat rijper zijn geworden, en door de opkomst van smartphones en apps is het allemaal veel toegankelijker geworden, zowel voor de maker als voor de gebruiker. Ik denk dat de ontwikkeling op dat vlak een soort ‘sweet spot’ bereikt heeft, waardoor digitalisering voor elk bedrijf, ook de piepkleine, niet alleen haalbaar is, maar ook een absolute must.”
Een must voor startende ondernemers
“Ik ken een aantal startende ondernemers. En aan hen zeg ik altijd: ik weet dat je graag je boormachine in je handen hebt, maar zorg er eerst voor dat je administratie in orde is. Als je durft in de buurt te komen van een offerte in Word of Excel, dan gaan mijn haren al overeind staan. Dat is geen manier om een administratie te runnen, omdat daar geen workflow in zit. Hoe ga je die offerte dan uiteindelijk factureren? Hoe weet je of ze gefactureerd is? Tegenwoordig is het tempo dermate hoog dat je dat niet meer op zo’n manier kan doen. Je moet ook berekeningen kunnen maken en alleen al daarvoor heb je een softwarepakket nodig. Dus dat is wat mij betreft een absolute must voor elke beginnende ondernemer, hoe groot het bedrijf ook mag zijn.”
Energietransitie
Een andere grote trend in de installatiesector is de energietransitie.
“Ik ben altijd erg geïnteresseerd geweest in nieuwe technieken”, zegt Harry. “Ik heb nog in een tijdschrift gestaan met mijn woning omdat ze een negatief E-peil had. En toen warmtepompen in 2010, 2011 echt begonnen op te komen, heb ik dat snel omarmd. Dus ik geloof zeker in hernieuwbare energie als de toekomst. Fossiele brandstoffen gaan niet meteen verdwijnen, maar ze worden op termijn toch wel passé. Iedereen die een nieuwe woning zet of een grondige renovatie doet moet daar ook grondig over nadenken. Alleen: de financiële drempel is vandaag nog te hoog. Dat maakt het zo moeilijk, en dat is ook de reden waarom de overgrote meerderheid vandaag nog verwarmt met een condensatieketel. Ik maak regelmatig simulaties met vergelijkingen tussen verschillende installaties. De rode draad die altijd terugkomt is dat je beter niet voor een warmtepomp kiest als je geen zonnepanelen legt. Zo simpel is het helaas.”
Energieprijzen
Niet alleen de aankoopprijs van een warmtepomp vormt een obstakel, ook de energieprijzen zijn een deel van het probleem. “Elektriciteit is géén luxe, hé”, zegt Harry.
“De gasprijs is totaal niet in verhouding met de elektriciteitsprijs. En dat in een tijdperk waarin er zoveel elektriciteitsproductie is. Dat is een fundamenteel probleem”
“Om daar een btw van 21 procent op te heffen, dat is eigenlijk schandalig. Let op: ik vind dat de overheid er wel goed aan doet om bijvoorbeeld warmtepomppremies uit te delen. Maar het is ook geen zaligmakende oplossing. Het probleem is ook dat de gaslobby in België heel sterk staat. Ze hebben twintig jaar met veel kracht stookolie verdrongen, en ze hebben dat goed aan boord gelegd, maar het heeft ook een enorme impact gehad op de gasprijs. Die is totaal niet in verhouding met de elektriciteitsprijs. En dat in een tijdperk waarin er zoveel elektriciteitsproductie is. Dat is een fundamenteel probleem. Er moet volgens mij dus eens grondig bekeken worden: wie verdient er nu wat aan elektriciteit in België? En hoe kan dat systeem herverdeeld worden?
Zelf energie opslaan
In Vlaanderen wordt daartoe alvast een poging ondernomen met het capaciteitstarief dat vanaf 2022 wordt ingevoerd. “Dat we ooit naar een systeem gaan waarbij de straat geen batterij is, vind ik logisch. Als gebruiker begrijp ik dat je ‘s avonds thuiskomt en dan op een korte tijd veel elektriciteit verbruikt. Maar is dat een realistisch systeem? Ik denk van niet. En je hebt dan wel oplossingen als thuisbatterijen, maar voorlopig vind ik dat financieel niet interessant. Waar ik wel in geloof, is energie opslaan in buffervaten of warmwatervaten. In een fikse boiler kan je gemakkelijk 20 kWh opslaan. En die boiler is een derde van de prijs van een degelijke batterij. Bovendien kan je dat warm water voor meerdere doeleinden gebruiken. Dus ik denk dat we in de toekomst steeds meer en steeds grotere boilers en buffervaten zullen zetten. Een batterij is een tof concept, maar om succesvol te worden moet de prijs drastisch naar beneden en moet de opslagcapaciteit ook groter worden. De laatste twintig jaar zijn batterijprocessen wel geoptimaliseerd, maar de technologie erachter is grotendeels dezelfde gebleven. Het is eigenlijk hoog tijd voor een ‘nieuwe’ batterij.”

Elektriciteit is ‘the way to go’
Toch is elektriciteit hoe dan ook de weg van de toekomst, vindt Harry.
“De elektrificatie van de verwarmingsmarkt is dus wel sterk gaande, vind ik. We zijn het pioniersstadium een beetje voorbij en beginnen meer en meer bij Jan Modaal te geraken. En uiteindelijk zal zelfvoorziening voor een groot stuk het antwoord worden, denk ik. Warmtepompen en zonnepanelen worden eigenlijk de installatie van de toekomst, zoals in Scandinavië. Ik heb daar familie wonen, en ik moet aan hen niet vragen of ze condensatieketels hebben, want ze kennen dat gewoonweg niet. Dus ergens gaan we daar ook wel naartoe. We staan volgens mij op de eerste of tweede trede van een lange trap van de energietransitie. De fundamenten zijn er, maar we mogen ook niet vergeten dat gas er ook nog een lange tijd zal zijn. En innovatie op dat vlak is allemaal goed en wel, maar als het ervoor zorgt dat mensen hun condensatieketel moeten vervangen door een andere condensatieketel, dan zijn we verkeerd bezig.”
Personeel
De alom bekende problematiek van personeelstekort is ook Harry niet vreemd. “Vroeger was het al een uitdaging om personeel te vinden: monteurs waren vindbaar, technici waren schaars. Nu zijn monteurs schaars en technici bijna onvindbaar. Daarmee worden we nu geconfronteerd en dat verbetert niet, integendeel.”
Scholing én interesse
Volgens Harry ligt de oorzaak bij de scholing én bij een gebrek aan interesse. “Het probleem is: men gaat naar de middelbare school en leert daar grotendeels vage dingen. Wie uit het zesde middelbaar komt, moet eigenlijk al sowieso naar de hogeschool of de universiteit. En die mensen worden dan ingenieur of architect, beroepen die we uiteraard ook nodig hebben, maar daarmee heb je nog altijd niemand die de baan op gaat. Dan heb je natuurlijk ook de technische scholing, maar ook daar: wie uit het zesde middelbaar komt, kan wel iets, maar lang niet voldoende. Ze hebben dan het zevende specialisatiejaar uitgevonden, maar is dat de oplossing? Een monteur vormen is volgens mij een werk van zeker drie jaar. Als ze dan nog eens de techniek erachter willen kennen, doe er dan maar nog vijf jaar bij. Dan kom je er niet met een extra jaar.”
Snel veranderende sector
De snel veranderende sector vormt ook een probleem, vindt Harry. “Als installateur moet je allerlei verplichte opleidingen volgen, zoals CERGA, maar welke jongere komt uit de school met die kennis? Ik geef een voorbeeld van een technische school die ik ken: jongeren studeren daar af als brandertechnicus voor stookolie. Maar dat is twintig jaar te laat, hé! Stookolie is aan het verdwijnen.”
Hoe houden we jongeren gemotiveerd?
En dan is er nog het probleem van de motivatie. “Ik was zelf ook geen schoolganger, ik heb zelfs mijn middelbaar niet afgewerkt. Dus ik weet daar zeker het antwoord niet op. Maar ik weet wel dat het huidige systeem niet de oplossing is. Ik heb mijn interesse en passie gevonden, maar de middelbare school heeft mij die niet gegeven. Ik heb mij tijdens mijn carrière ook altijd blijven bijscholen, maar lang niet iedereen is een autodidact of kan daar tijd voor vrijmaken.”
Wat is het antwoord van de overheid?
“Ik vraag mij dus af: wat is het antwoord van de overheid daarop? Je hebt nu wel dingen als inbedrijfsopleidingen, maar op die korte periode word je natuurlijk ook geen volwaardig technicus.”
“Bovendien is het door de gigantische loonkost in België heel moeilijk geworden om iemand op te leiden binnen een bedrijf. Ik ben zelf ook ooit opgeleid door mijn oudere collega’s, en ik ga dat nooit vergeten. Maar tegenwoordig kost dat jammer genoeg gewoon te veel geld. Klanten gaan ook geen volwaardig uurloon betalen voor iemand die nog alles moet leren. Je kan wel minder aanrekenen, maar die loonverschillen zijn eigenlijk de moeite niet meer. Op die problematiek zou ik graag eens een antwoord zien van de overheid. Wij blijven alvast inspanningen doen om te investeren in personeel, en dat zou elk installatiebedrijf moeten doen.”