ROOKGASAFVOERCONFIGURATIE
WELKE ROOKGASAFVOERCONFIGURATIE VOOR WELKE SITUATIE?
Het ene verwarmingstoestel is het andere niet, vandaar is het van belang dat de rookgasafvoer is afgestemd op de werking van het toestel waarop ze is aangesloten.

OPEN OF GESLOTEN
Fabrikanten van verwarmingsinstallaties geven aan volgens welke configuraties hun toestellen kunnen werken (bv. geschikt voor de configuraties B22P, C1, C3 en C9, maar niet voor C5). De keuze bestaat uit:
- B-configuraties: open toestellen die de zuurstof voor de verbranding uit het stooklokaal halen (open toestellen geven een verhoogd risico op rookgasterugslag en CO-vergiftiging. Bovendien presteren open ketels minder goed in de vandaag de dag goed geïsoleerde luchtdichte gebouwen. Veiliger zijn de gesloten toestellen). In lage-energiewoningen, passiefwoningen en nieuwe woningen met ventilatie worden verwarmingstoestellen vooral als gesloten opstelling (C-configuratie) geïnstalleerd.
- C-configuraties: gesloten toestellen die kamerluchtonafhankelijk werken.
PARALLEL OF CONCENTRISCH

De kachel kan als open en gesloten systeem worden geïnstalleerd
De cijfers achter de B en C duiden op de techniek achter de verbrandingsluchttoevoer/rookgasafvoer. Bij C-configuraties onderscheiden we:
- een parallel (tweepijps)systeem: de toevoer van de zuurstof en de afvoer van de rookgassen gebeuren met een apart kanaal. Die kanalen kunnen uitmonden in dezelfde drukzone (de aanvoer van de zuurstof en de afvoer van de gassen gebeuren in dezelfde zone) of in een aparte drukzone (bv. aanvoer van de zuurstof via de zijgevel en afvoer van de gassen via het dak).
- een concentrisch (eenpijps)systeem: de toevoer van de zuurstof en de afvoer van de rookgassen gebeuren via hetzelfde kanaal. In nieuwe, goed geïsoleerde woningen wordt er meestal voor een concentrische rookgasafvoer gekozen omdat de isolatieschil dan maar één keer moet worden doorboord. Via de binnenbuis worden de rookgassen afgevoerd en langs de buitenbuis wordt er zuurstof aangezogen. Zo'n gezamenlijk dubbelwandig kanaal waarlangs ook de rookgassen worden afgevoerd, is niet geschikt voor pelletketels (een pelletketel werkt met zeer grote luchtoverschotten (groter dan bij gas en olie). Het volume van lucht die kan worden aangezogen via een concentrische afvoer, is te klein om het goed functioneren van een pelletketel te waarborgen).
Per situatie en in overeenstemming met de bouwheer wordt bepaald welke configuratie het best aan de wensen voldoet (bv. de bouwheer wil kosten besparen (geen doorgang door de plafonds en het dak) en kiest voor het C1-systeem waarbij de rookgassen worden afgevoerd via de zijgevel).
CONFIGURATIEDETAILS
De fabrikant van het verwarmingstoestel bepaalt de configuratiedetails van het rookgasafvoerkanaal (bv. in de specificaties van de gaswandketel van merk X staat duidelijk dat de diameter van de rookgasafvoer 80-125 mm moet zijn en dat de te overbruggen afstand bij het gebruik van deze afvoerdiameter maximaal 12 meter mag bedragen, waarbij een bocht telt voor 1 meter).